Meneer Rafelaar
Hieke woont op de hoek. Dus heet ze Hieke-van-de-hoek.
Voor
Hieke-van-de-hoek is alles om de hoek.
Zo gaat dat wanneer je op de hoek woont.
De winkel van Meneer Rafelaar is ook om de hoek. Meneer Rafelaar verkoopt alles. Snoep in alle kleuren en boekjes over monsters en ook brood en krentenbollen.
Hieke is toch maar
meegegaan, want Meneer Rafelaar kan toveren. Wanneer hij
met zijn neus wiebelt, beweegt zijn toon-
bank. De krentenbol van Hieke die er op ligt gaat er helemaal
vanzelf vandoor. Wanneer ze hem niet gauw pakt is hij voor altijd
weg.
Hieke lacht, samen met Meneer Rafelaar.
Een beetje eng is het ook wel. Wie weet wat hij allemaal nog meer kan wegtoveren wanneer hij met zijn neus wiebelt. Gelukkig is Meneer Rafelaar niet boos. Dat lijkt maar zo.
Die rimpels komen van het oud zijn, heeft Hieke's moeder verteld. Meneer Rafelaar is heel erg oud.
"Ga je gauw dood?" vraagt Hieke aan hem.
"Dat zou best wel eens kunnen," zegt Meneer Rafelaar, en zijn gezicht wordt nog rimpeliger.
"Zal ik eens naar jou met mijn neus wiebelen?" vraagt hij dan lachend.
"Nee!" roept Hieke.
Ze pakt snel haar krentenbol terug en rent naar haar
moeder.
Die staat te kletsen bij de bananen en de aardbeien.